Voortplanten en overleven, of eigenlijk lang genoeg overleven om te kunnen voortplanten. Wij mensen hebben hiervoor steeds grotere hersenen gekregen zodat we dit op ‘slimme’ wijze kunnen doen. In deze slimme hersenen kun je zien dat we dit doen door twee hele wijze eigenschappen. Door sociaal gedrag en door altijd te blijven leren door alle ervaringen die we opdoen. We passen ons voortdurend aan onze omgeving aan en we doen dit door samen te werken met de ander. We hebben de ander nodig, samen bereiken we meer dan alleen. We leren door het opdoen van ervaringen. Onze hersenen zijn dan ook geprogrammeerd om te ervaren, alle binnenkomende informatie wordt grondig verwerkt en ingedeeld in belangrijk of onbelangrijk. (voor ons voortbestaan)
Emoties helpen ons
Wij mensen zijn dus hartstikke gemotiveerd om te leren, te ervaren en elke ervaring gaat samen met een emotie. Emoties helpen ons namelijk om een waardeoordeel te geven aan onze ervaring. Een conclusie. Herhalen of laten. Prettig of onprettig? Prikkels zonder emotie verdwijnen naar de achtergrond. Zijn niet belangrijk. Prikkels met extreme emotionele beleving nemen alles over, er is geen ruimte meer voor iets anders. Je leven is een continu proces van ervaren, voelen, beoordelen en rangschikken. De emotionele beleving bij elke ervaring, een verzameling aan prikkels, maakt dat het inhoud krijgt. Een ervaring die je heel bewust meemaakt en grondig opslaat zorgt ervoor dat je leert. Zo is het ook dat ervaringen ons vormen, door elke nieuwe ervaring verander je een beetje als mens.
Schade of groei?
Je kunt je waarschijnlijk goed voorstellen dat dit goed of slecht kan uitpakken. Positieve warme ervaringen vormen je anders dan negatieve ervaringen. En de ervaringen die je opdoet in extra gevoelige periodes van je hersenen hebben meer invloed op hoe jij de rest van je leven functioneert dan ervaringen die je opdoet in periodes waarin je hersenen niet zo snel groeien. Het is niet voor niets dat je hoort dat de meeste schade, óf juist groei, plaatsvindt in de kinderjaren. Maar ook de puberteit is een periode waarin er veel verandert in de hersenen.
Wat bepaalt de kwaliteit van je leven?
Nu is overleven en voortbestaan heel belangrijk voor onze hersenen, dat is in de evolutie zo bepaald, maar er is meer nodig om de kwaliteit van ons leven te bepalen. Alleen overleven maakt ons niet gelukkig. En dat is wat we eigenlijk allemaal nastreven, we willen gelukkig zijn. Geluk, zo blijkt uit onderzoek, is nog niet zo makkelijk te definiëren. Is het een afwezigheid van ongeluk? Is geluk er altijd? Voelt geluk voor iedereen hetzelfde? Wij mensen ervaren het meeste geluk wanneer we ons verbonden voelen met anderen. Het is één van onze emotionele basisbehoeften.
Dit zijn ze allemaal:
- Ik wil me veilig voelen en me goed kunnen hechten aan anderen.
- Ik wil op de momenten dat ik hieraan toe ben, de ruimte krijgen om me te ontwikkelen tot wie ik wil en kan zijn en het gevoel hebben dat ik trots mag zijn op wat ik kan.
- Ik wil dat mijn gevoelens gezien, gehoord en erkend worden. Dat ik mijn behoeftes mag uiten en dat wanneer ze terecht zijn, ze vervuld worden.
- Ik wil de vrijheid hebben om me vrij en spontaan te uiten, om te kunnen spelen, leren en ervaren.
- Ik heb grenzen nodig en hulp bij het mezelf reguleren wanneer ik dit nodig heb.
Wanneer er vanaf je geboorte en tot in de volwassenheid door de belangrijke mensen in je leven goed is voldaan aan jouw behoeften, dan is de kans groot dat je mentaal sterk en psychisch gezond bent. Is er op één of meerdere vlakken niet (helemaal) tegemoetgekomen aan je behoeften dan is de kans groter dat je in je huidige functioneren problemen ervaart.
Je genen zijn er ook nog!
Nu is er ook nog zoiets als aanleg. De ervaringen die je in je leven opdoet bepalen niet alles. De genen die je meekrijgt zorgen ervoor dat bepaalde eigenschappen al aanwezig zijn. Hoe gevoelig je bent voor prikkels bijvoorbeeld. Of je meer of minder openstaat voor nieuwe ervaringen of hoe sociaal je bent. Gooi je al je ervaringen en je aanleg in een mixer dan is de uitkomst wie je nu bent, wat je voelt en hoe jij omgaat met alles wat je meemaakt. Door je ervaringen tot nu toe ga je de wereld zien met een speciaal voor jou op maat gemaakte bril zien. En die bril zorgt er weer voor dat je nieuwe ervaringen weer ziet met die bril op.
Een voorbeeld:
Heb je herhaaldelijk ervaren dat wanneer jij je mening laat horen er overheen gepraat wordt en er niet geluisterd wordt, dan zet je op een gegeven moment de bril op die ‘ziet’ dat jij niet belangrijk bent en het geen zin heeft om te laten horen wat jij vindt en voelt. De behoefte om gehoord en gezien te worden wordt niet vervult. Dit kan zorgen voor negatieve gevoelens over jezelf en de wereld en vaak komen hier negatieve gedachten en ander gedrag bij kijken. Je gaat verwachten dat er ‘toch’ niet naar je geluisterd wordt en je geeft steeds minder vaak je mening. Je wilt dat nare gevoel niet meer voelen.
Je leert dus van de ervaringen en je past je aan. Maar in dit voorbeeld gaat het leren en aanpassen ten koste van wat ‘goed’ voor je is.
Wat betekent deze kennis voor je behandeling? En waarom behandelen we ervaringsgericht? Dat vertellen we je hier.